Wijnwoordenboek
Het toevoegen van zuren aan wijn of most om het evenwicht van de wijn te verbeteren.
De smaak die blijft hangen, het laatste stadium van het proefproces.
Ontstaat tijdens de gisting. Bij de gisting splitst de gist de suiker in alcohol en koolzuurgas. Om 1% alcohol te verkrijgen is ongeveer 20 gram suiker nodig. Alcohol is de basis van de wijn, die het o.a. mogelijk maakt de wijn te bewaren. De smaak van alcohol mag echter nooit overheersen!
Dit is het proces, waarbij suiker omgezet wordt in alcohol en koolzuurgas.
Appelation d'Origine Protégee/Controlée - Franse en Zwitserse beschermde oorsprongsbenaming die op het etiket van de fles wordt vermeld. Hieronder valt onder andere regelgeving over het herkomstgebied, druivenras, wijngaardbeheer, wijnbereiding en opbrengst.
Het geografisch gecontroleerde wijngebied. De herkomst van de wijn.
Het aroma is grotendeels afkomstig van de druif en omvat het geheel van afzonderlijke geuren. Een deel hiervan verdwijnt tijdens de gisting na verloop van tijd. Door aroma’s kennen we o.a.fruitige wijnen (o.a. Appel, peer, perzik, kersen, bessen), aardse wijnen (O.a. truffel, tuinaarde, herfstbladeren, noten), wijnen die naar specerijen neigen (o.a. kruidnagel, kaneel, eucalyptus, cacao) en kruidige wijnen (munt, rozemarijn, laurier).
Een wijnmaker kan een wijn van één druivensoort maken of van twee of meer druivensoorten. Is de wijn van één druivensoort gemaakt, is er sprake van een (mono)cepage. Is de wijn van twee of meerdere druivensoorten gemaakt, noemt men de wijn een assemblage of blend.
Dit is een aanwijzing voor de onderlinge verhouding tussen vier componenten in de wijn: alcohol, suiker, zuurgraad, droge extracten. Een rode of witte wijn is in balans als geen van deze karaktereigenschappen overheerst. In het algemeen is een wijn evenwichtig als de harde en zachte kant gelijkwaardig zijn.
Oorspronkelijk alleen een Franse wijnmaat uit de Bordeaux voor houten vaten van 225 liter. Deze kleine eiken vaten worden nu over de hele wereld gebruikt.
Dit is een Franse wijnterm voor het roeren van dode gistcellen (Lie). Dit zorgt voor extra smaak in de wijn.
Dit is de periode om de most dat vergist is te laten staan. Zo zinken de grove bestandsdelen van de most naar de bodem van het vat of tank waar de wijn inzit.
Vaste reststoffen na het aftappen van het sap. Dit bestaat uit takken en steeltjes, druivenschillen en druivenpitten. Deze reststoffen kunnen worden gedestilleerd om “eau de vie” te maken.
In de volksmond gebruikte benaming voor wijnen die met minimaal gebruik van chemicaliën en chemische meststoffen zijn geproduceerd. Hoewel in het laboratorium geen significante verschillen in hoeveelheid verontreinigde stoffen in de wijn geconstateerd kunnen worden, is deze methode ongetwijfeld minder belastend voor het milieu. Vandaag de dag worden er heel goede, karaktervolle biologische wijnen aangeboden.
Dit is een Franse term voor de benaming van witte wijn gemaakt van uitsluitend witte druiven.
Dit is een Franse term voor de benaming van witte wijn gemaakt van blauwe druiven.
Benaming voor de druif waarvan rode wijn wordt gemaakt. In de praktijk kan de kleur variëren van paars, rood tot blauwachtig.
Dit zijn wijnen die gemaakt worden van meerdere druivenrassen.
Hoe langer de schillen op het sap blijven zitten, hoe donkerder de kleur van de rosé. Bij een blush rosé wordt echter niet gerekend in dagen, maar eerder in uren. Door de korte 'inweektijd' van de schillen, verkrijgt de rosé zijn lichte zalmrose kleur.
Wijnhuis of wijnbedrijf in het Spaans.
Weergave van de totale indruk van een wijn. Wijnen kunnen weinig body, middelmatige body of veel body hebben, afhankelijk van de ‘dikte’ van de wijn.
Schimmel die soms een gunstige uitwerking op de wijn kan hebben. Bij zogenaamde edele of nobele rotting tast botrytis de druiven aan waardoor er micro gaatjes in de schil ontstaan. Het gevolgd hiervan is dat het sap uit de druif verloren gaat en het suiker- en zuurgehalte zeer hoog wordt.
Het vullen van de fles. Dit gebeurt in Nederland met in bulk geïmporteerde wijn, maar natuurlijk ook in wijn producerende landen. Het bottelen brengt gemak in gebruik voor de consument, maar zorgt er ook voor dat de wijn luchtvrij bewaard kan worden, waardoor deze langer houdbaar blijft dan in een tank of vat. In veel landen is bottelinformatie verplicht op wijnetiketten. Informatie over waar en door wie de wijn op de fles is gebracht.
Kleine wijnproducent die kleine hoeveelheden kostbare en vaak ook wijnen van een zeer hoog niveau produceert.
Het bouquet bevat alle verschillende geuren van een wijn.
Dat is het omhulsel dat over de kurk, mond van de fles en een gedeelte van de hals wordt aangebracht. Dit is vaak van kunststof of metaal.
Een wijnmaker kan een wijn van of één druivensoort maken of van twee of meer druivensoorten. Is de wijn van één druivensoort gemaakt, is er sprake van een “mono”cepage. Is de wijn van twee of meerdere druivensoorten gemaakt, noemt men de wijn een assemblage of blend. Wettelijk ligt de grens voor een “mono” cepage in veel landen bij 85%, er zal regelmatig zonder dat je het door hebt een blend gedronken worden.
Is een fles rode wijn uit een kelder op serveertemperatuur laten komen.
Dit is wijn die op het chateau zijn gebotteld waar ze ook zijn verbouwd.
Dit is een wijnterm afkomstig uit de Bourgogne. Het betekent individuele wijngaard of appellation.
Het toevoegen van suiker aan de gistende most om het alcoholpercentage op peil te brengen.
Bekende term voor een wijnkasteel waar druiven worden geteeld en wijn wordt geproduceerd. Veel gebruikte term in de Bordeaux.
Franse term voor een specifieke ommuurde wijngaard. Komt veel voor in de Bourgogne.
Is een wijnkelder die wordt bestuurd door een groep wijnboeren.
Verschijnsel in de wijngaard waarbij een deel van het potentiële fruit geen vrucht zet tijdens de bloei in de vroege zomer. Het gevolg is een lage opbrengst aan druiven tijdens de oogst.
De benaming voor mousserende kwaliteitswijnen afgezien van Champagne, zoals Crémant de loire. Gisting op fles is hiermee gegarandeerd. (methode traditionelle).
(letterlijk “opvoeding”) Deze in Spanje gebruikte term geeft aan dat de wijn een bij wet geregelde minimaal aantal maanden op hout heeft gerijpt. Het absolute minimum in de Spaanse wijnwetgeving is drie maanden; deze term geldt in diverse wijngebieden voor wit. Voor rood springen we al gelijk naar een minimum aantal van 6 maanden houtrijping!
Letterlijk: Gewas. De wijngaard. Wijnen, waarbij cru op het etiket staat, komen meestal van de beste wijngaarden.
Dit is een kwaliteitsaanduiding in de Bordeaux.
Dit is een kwaliteitsaanduiding in de Bordeaux. Een term die met name in het Bordeauxgebied word gebruikt voor een wijngaard die is opgenomen in een zeer belanrijk classificatie van het gebied.
Franse term voor kuip of tank waarin de wijn wordt gemaakt of gerijpt.
Franse benaming voor een mengsel van verschillende wijnsoorten van verschillende locaties uit verschillende jaargangen. Om over een lange periode gelijkblijvende kwaliteit te kunnen bieden kunnen zo grote hoeveelheden met eenzelfde smaak worden verkregen.
Het verschil tussen dag- en nacht temperatuur in de wijngaard met een grote variatie geven de druiven veel karakter.
Laatste fase van de productie van Champagne waarbij de gist (bezinksel) wordt gescheiden van de wijn. Dit is mogelijk omdat de flessen maanden op kop hebben gestaan en de gisten in de loop der tijd naar de hals zijn gezakt.
Vaste ingrediënten die tijdens opslag neerslaan in het vat. Wanneer de wijn ongefilterd wordt gebotteld zullen vaste delen in de fles kunnen komen. Depot ontstaat ook tijdens de rijping van rode wijn in de fles en verzamelt zich op de bodem. Dit is te verwijderen met decanteren.
Kwaliteitsaanduiding met gecertificeerde oorsprongsbenaming:
In Italië: Denominazione di Origine Controllata of Denominación de Origen Protegida.
In Spanje: Denominazione di Origine Protetta
Vergelijkbaar met het Franse AOP/AOC.
Allerhoogste kwaliteitsaanduiding in Italië. Staat voor Denominazione di Origine Controllata e Garantita.
Franse term voor een bezitting/huis/kasteel dat wijn produceert. Komt vaak voor op etiketten van wijnen uit de Bourgogne.
Zo noemt men de hoeveelheid zoete wijnsubstantie die vóór het bottelen aan een mousserende wijn wordt toegevoegd.
Schimmel die soms een gunstige uitwerking op de wijn kan hebben. Bij zogenaamde edele of nobele rotting tast botrytis de druiven aan waardoor er micro gaatjes in de schil ontstaan. Het gevolgd hiervan is dat het sap uit de druif verloren gaat en het suiker- en zuurgehalte zeer hoog wordt.
Wijnen worden in contact worden gebracht met eikenhout, in de vorm van eikenhouten vaten of soms ook houtsnippers om de smaak van de basiswijn te beïnvloeden. Amerikaans eikenhout geeft dominantere aroma’s van vanille en kokos en zorgt voor wat hardere tannine, Frans eikenhout geeft subtielere aroma’s van o.a. ceder en geroosterde nootachtige tonen met minder harde tannine dan Amerikaans eikenhout.
Zeer zoete wijn van druiven die aan de wijnstok zijn bevroren. Een Duitse, Oostenrijkse en Canadese (Icewine) specialiteit.
Wijn in de “voorverkoop”. Wijnen die al verkocht worden voordat hij is gebotteld. Gebruikelijk in de Bordeaux.
Techniek waarbij het vruchtdragende deel (bovenste) van de wijnstok op een andere onderstam word geënt. Vaak op een onderstam die immuun is tegen ziektes en druifluis.
Wijn die is gebotteld op het “estate” waar ook het hele proces tot het maken van de wijn plaats gevonden moet hebben. De druiven moeten eigendom zijn of de wijnbouw moet onder eigen toezicht plaatsvinden van het estate en afkomstig zijn van wijngaarden binnen het herkomstgebied (Appelation).
Dit is een wijnterm voor potentiële tannine, kleur, geur en smaakstoffen in de druif.
Gisting.
Een Duitse specialiteit: Jonge nog gistende wijn die tijdens de oogst wordt gedronken, vaak met flammkuchen. Deze wijn heeft bij koop een alcoholpercentage van ca. 5%. De flessen met deze wijn moeten rechtop worden getransporteerd & bewaard, de dop laat koolzuurgas door omdat de wijn in de fles verder gist. Zet deze wijn ook vlug koel, dat doet de gisting vertragen, is de smaak te zoet bewaar de wijn dan ca. 8 uur op kamertemperatuur, de gisting komt dan weer op gang waardoor het alcoholgehalte zal stijgen en de zoetheid afneemt. Deze wijnen zijn in september en oktober te koop en kort houdbaar.
Ingreep tijdens de wijnbereiding. Vaste bestandsdelen zoals gistcellen worden uit de wijn gefilterd.
De tweede gisting van de basiswijn, die bij champagne en andere mousserende wijnen in de fles plaatsvindt. Daarbij ontstaat het koolzuur.
Hierbij rijpt de wijn op de fles.
Dit is gist die zich op het wijnoppervlak vormt. Dit is een dikke laag en komt vaak voor bij de productie van Sherry.
De Italiaanse benaming voor licht mousserende wijn, zoals prosecco en Moscato d’Asti, welke in de fles maar deels vergist is of waaraan het koolzuur kunstmatig is toegevoegd. Frizzante bevat minder koolzuur (<3 bar) dan Spumante (>3 bar).
Dit is een wijnterm voor de rijpheid in de schil van de druif. Deze schillen bevatten fenolen.
Grand Cru is een aanduiding van de beste wijngaarden. Deze term wordt veel gebruikt in de Bourgogne en Bordeaux. In Duitsland gebruikt men de term Grosse Lage, een wijn van deze wijngaard word aangeduid als een Grosses Gewächs (GG).
Een geoxideerde wijn is een oude wijn die in aanraking is gekomen met te veel lucht. Hierdoor krijgt de wijn een bruine kleur. Ook bevat een geoxideerde wijn geen fruitige aroma’s meer, maar wel overrijpe en vaak zure aroma’s.
Gist is een eencellige micro-organismen die van nature in de schil van de druif voorkomst. Gisten brengen de alcoholische gisting op gang. Om wijn te bereiden is er gist nodig.
Wijndrank die meestal uit rode wijn gemaakt wordt, door verwarming en toevoeging van o.a suiker, citroen, nootmuskaat, kruidnagel, kaneel en sinaasappelschil.
Wijnen met houtrijping. Per land gelden verschillende wettelijke regels voor o.a. het type hout en de rijpingsduur.
De neiging van een wijnstok om blad aan te maken. Een groeikrachtige wijnstok kan te veel bladeren ontwikkelen waardoor de vruchtzetting stagneert.
Dit is de extra tijd dat de druiven aan de plant blijft hangen, zodat de juiste balans in rijpheid wordt bereikt.
Wijnstokvariëteit die gekweekt is door de ene soort (Vinifera) met een ander soort (vaak Amerikaanse) te kruisen.
(Indicazione Geografica Protetta) Italiaans kwaliteitskeurmerk voor wijnen van specifieke herkomstgebieden, die tussen Vini d’Italia en DOP/DOC liggen.
Er zijn verschillende flesmaten voor wijn beschikbaar:
Quart/Piccolo 0,187 L - 0,2 L wordt ook een piccolo genoemd
Chopine 0,250 L
Demi 0,375 L
Bouteille 0,75 L
Magnum 1,5 L
Jéroboam 3 L
Réhoboam 4,5 L
Méthusalem 6 L
Salamanazar 9 L
Balthazar 12 L
Nebukadnezar 15 L
Melchior 18 L
Souverain 26 L
Melchizedek 30 L
Zie ook federweißer. Jong gebottelde wijn met vaak nog fruitige aroma’s, na verloop van tijd verdwijnen fruitige aroma’s steeds meer naar de achtergrond en komen rijpingsaroma’s naar de voorgrond, afhankelijk van het druivenras, de vinificatie en de herkomst kunnen deze aroma’s sterk verschillen. Ca. 95% van alle wijnen is bedoeld om jong gedronken te worden, dat wil zeggen binnen ca. 3 jaar, slechts een klein percentage van alle wijnen heeft baat bij flesrijping.
Een term die aanduidt dat er veel kalk in de bodem zit. Een groot deel van de oude wijngaarden in Europa ligt op kalkrijke bodems. In het Europese klimaat met overwegend natte winters en droge zomers zijn kalkrijke bodems van belang voor een goede en gezonde oogst. Veel liefhebbers waarderen wijnen van Kalkrijke bodems, typeringen als body, goede zuren, mineraliteit, elegantie en finesse worden hierbij veel genoemd.
Duitse term voor kelder.
Het helder maken van de net vergiste wijn door het toevoegen van klaringsmiddelen als eiwit of bentoniet. Het middel trekt “zwevende” deeltjes aan en neerslaat naar de bodem.
Als er kurk in de wijn zit, wordt er vaak niet de afsluiting bedoeld. Als gevolg van een bacterie (TCA-2,4,6-trichlooranisol) in de poriën van de kurk, gaat de kurk een muffe, bittere en scherpe smaak afgeven aan de wijn. De wijn smaakt naar "kurk" en is niet meer goed. Kurk kan ook afkomstig zijn uit een besmet vat in de wijnkelder, zo kan een wijn met schroefdop ook kurk bevatten, deze kans is echter heel klein. Een wijn met kurk kan niet worden hersteld en kan het beste door de gootsteen worden gespoeld.
Late harvest betekent letterlijk: late oogst. Het resultaat van een late harvest is vaak een zeer zoete wijn. Engelse term voor het Franse vendange tardive en Duitse Spätlese.
Wijnbouwkundige term waarbij de positie en dichtheid van het loof (de bladeren) bewust wordt beheerd met als doel een optimale kwaliteit druiven te verkrijgen.
Franse term voor koolzuurweking. Een vinificatietechniek waarbij de intacte druiven in een gesloten vat worden vergist onder invloed van kooldioxide.
Vinificatie techniek waarbij het scherpe appelzuur onder invloed van melkzuurbacteriën en warmte om wordt gezet in het mildere melkzuur. Dit geeft een verzachtend effect aan de wijn.
Het laten inweken van druiven.
Schimmelziekte die op de loer ligt in de wijngaard. Gebruikelijke behandeling is bespuiten.
Een melange is een samenstelling van meerdere basiswijnen. Deze worden bij elkaar gevoegd, voordat de wijn gebotteld wordt. Hierdoor ontstaat een blend wijn. Anderzijds kan dit ook een samenstelling zijn van verschillende druivensoorten.
Één van de belangrijkste druivenrassen van het zuid-westen van Frankrijk en Bordeaux. Ook in de rest van de wereld is de Merlot erg populair. Merlot geeft veel kleur en een zachte en ronde textuur aan wijn.
Dit is het klimaat dat op een klein gedeelte van een land heerst.
Hierbij vindt de eerste gisting op vat of tank plaats en de tweede gisting in de fles. Bij de tweede gisting kan het koolzuur niet ontsnappen, waardoor er koolzuurgas in de wijn ontstaat. Term en techniek komen oorspronkelijk uit de Champagnestreek. Deze term mag alleen voor Champagne worden gebruikt.
Hetzelfde als de Methode champenoise alleen dan een benaming voor wijnen die buiten de Champagne streek geproduceerd worden. Andere namen: metodo classico (IT), klassische flaschengärung (DE & AT), método tradicional (SP), méthode classique (FR) & Cap Classique (ZA)
Overgangsfase van druivensap naar wijn.
Franse term voor ongelijkmatige vruchtzetting tijdens de bloei die kan resulteren tot ongelijkmatige rijping van de druiven.
Frans voor een bottelende handelaar.
Nieuwe wereldlanden zijn alle wijn producerende landen buiten Europa. Van deze landen wordt in de Verenigde Staten de meeste wijn geproduceerd.
Term die o.a. veel wordt gebruikt voor mousserende wijnen zoals Champagne om een wijn aan te duiden die geen jaartal draagt, maar een samenstelling is van verschillende oogstjaren.
Wetenschap van wijnbereiding. Hieronder vallen zowel de viticulture als vinificatie. Een oenoloog is een wijnbouwkundig ingenieur.
Het worteldragende deel van een wijnstok.
De druiven van hun stelen ontdoen. Daardoor wordt vermeden dat de tannine uit de steeltjes in de wijn belanden. Wijn met een hoog tanninegehalte smaakt bitter.
Een vinificatietechniek die toegepast wordt in gebieden met een relatief koel klimaat. Hierbij wordt het zuurgehalte van een wijn verlaagd, door bijvoorbeeld kalk of soms ook water aan de wijn toe te voegen.
Het binnenhalen van het fruit, plukken, handmatig of machinaal. Soms 's nachts omdat het koeler is: om spontane gisting te voorkomen, omdat de wet een minimale temperatuur vereist (Eiswein), of opdat fruit kouder kan gisten. Soms bij volle maan (macrobiotisch). Vroeg oogsten doe je wanneer het een hete zomer is geweest. Het fruit is dan al rijp en met nog langer uitstellen van het oogsten, gaan alle zuren verloren.
Een wijn is ‘op dronk’ als deze genoeg heeft gerijpt en drinkbaar is. De meeste wijnen zijn bij het bottelen al drinkbaar.
Een wijn bewust laten rijpen in de fles. Meestal gedurende een aantal jaren.
Staan vaak in aanzien omdat deze stokken een lagere opbrengst, een hogere concentratie en betere kwaliteit druiven geven. Verschillende benamiingen: vieilles vignes (FR), alte Reben (DE), old vines (INT), viñas viejas (SP).
Hierbij gaan fruitige aroma’s over naar nootachtige aroma's en meer zuur. De wijn heeft te veel contact gehad met zuurstof.
Dit is het afvullen van de ruimte tussen de wijn en het vat om oxidatie tegen te gaan.
Wijn van het gistbezinksel overpompen/hevelen naar een ander vat.
Afkorting voor “original wooden case”. De oorspronkelijke houten kisten.
Het sap uit de druiven treden met de voet, was vroeger de gewoonte. Nu gebeurt dit nog redelijk vaak in Portugal (Douro). Door een moderne machine kan dat nu zeer precies worden uitgevoerd. Een belangrijk moment bij het wijn maken. Hoe minder vaste delen je met het sap mee laat vloeien, des te minder er van de schil (tannine) in de most terecht zal komen. Het zuivere sap. Ook de schilwand kan men onbeschadigd achterlaten. Voor een zuivere wijn zijn het glucoserijke sap en de gistcellen van belang. Laat men vaste delen toe in een most, dan zal de wijn anders gaan smaken. Vaste delen zijn er later eventueel uit te filteren. Maar goede apparatuur om dit te kunnen, is erg duur.
Belangrijke maat voor de zuurgraad van de wijn die ook de kleur en het rijpingspotentieel kan beïnvloeden.
Phylloxera Vastatrix is een druifluis die eind 19e eeuw het grootste deel van de Europese wijnbouw vernietigde, deze tast de wortels van druivenstokken aan waardoor deze afsterven. De techniek van het enten op Amerikaanse onderstokken heeft de wijngaarden gered. De druifluis is nooit verdwenen, het enten op resistente onderstokken gebeurt nog steeds.
Dit zijn tannine en kleurstoffen in wijn.
Veelgebruikte term. Wijst in de Bourgogne en de Champagne naar een van de beste wijngaarden. In Duitsland gebruikt men de term Erste Lage.
Jonge wijn, kort na de oogst verkocht
Is een witte druif (Ook Glera genoemd) en wordt voornamelijk gebruikt voor mousserende wijn. De druif is aangeplant in Italië ten oosten van Venetië en in Friuli. De oorsprong van deze druif ligt waarschijnlijk in de gelijknamige gemeente Prosecco.
Een instrument die het suikergehalte in druiven meet.
Het opzettelijke verwijderen van complete wijngaarden.
Deze ‘gistingsfout’ geeft de jonge wijn een onaangename geur. Die in het ergste geval aan rotte eieren doet denken. Door te luchten en te filteren kan deze wijnfout achteraf alsnog gecorrigeerd worden.
Franse term die wordt toegepast bij de productie van mousserende wijn. Het gistbezinksel dat neerslaat bij de tweede gisting op fles door middel van de fles te kantelen en draaien.
Opbrengst van druiven per oppervlakte eenheid. Uitgedrukt in hectoliter per hectare.
Wijn die meestal een aantal maanden rijpt in vat en op fles. Dit verschilt per gebied en land. B.v. Portugal: 12 maanden gerijpt op hout, 24 maanden op de fles. In Chili is er geen regel voor het gebruik van hout en kan de wijnmaker er ook mee aanduiden dat het gaat om wijn van druiven van wat betere kwaliteit.
Een belangrijk gegeven in de wijn. De hoeveelheid onvergiste suikers die in de wijn achterblijft.
Wijn die wordt gemaakt door kort schilkontact met schillen van blauwe druiven.
Dit is een gedroogde druif. Hiervan worden bepaalde wijnen gemaakt, zoals Amarone.
Letterlijk: Bloeden. Franse term voor tijdens het gisten van rode wijn een klein deel van de most laten welglopen om de wijn geconcentreerder te maken.
Ziekten die in de wijngaard veroorzaakt worden door schimmels/bacteriën en die de druiven aantasten.
Dit is een Spaanse wijn. De naam is afkomstig uit de stad Jerez de la Frontera. Sherry’s zijn er in veel verschillende stijlen van ziltig, strak, droog tot zoet.
Dit is een aanduiding, afkomstig uit Rioja. Het verwijst naar een jonge wijn die minder dan een jaar op fles heeft gerijpt.
Medewerker die in een restaurant verantwoordelijk is voor de in- en verkoop van wijn.
Een wijn is stabiel wanneer de gisting niet spontaan meer optreedt. In deze tijd komen instabiele wijnen door o.a. ruime kennis en moderne technieken bijna niet meer voor.
Een begrip dat vaak ter discussie staat, is een wijn in evenwicht dan zijn zoet zuur en bitterstoffen met elkaar in harmonie. Praten we over de structuur dan hebben we het over de zuren en tannine in de wijn, deze kunnen in combinatie met een evenwichtige wijn zorgen voor een extra dimensie in de wijn. Als men spreekt over wijnen met een goede structuur dan gaat het vaak om hoog gewaardeerde wijnen met bewaarpotentieel. Praten we over uitdrukkingen als ruw, zijdezacht of fluweel dan hebben we het over de textuur.
Frans voor een wijntype met een vollere en complexere smaak die bewust ontstaat door de wijn een periode in contact met de lie (gistbezinksel) te houden.
Laagste categorie wijn. Meestal uitsluitend met aanduiding van het land van herkomst of de EU.
Tannine, ook wel looizuur, is een belangrijk bestandsdeel van rode wijn en speelt een grote rol in wijn als we het hebben over de houdbaarheid. Tannine houdt oxidatie en de groei van bacteriën tegen. Daarnaast ontwikkelen geur- en smaakstoffen langzaam, waardoor de wijn meer karakter krijgt. Van nature zit tannine in de schillen, pitten en stelen van druiven. Ook komt het voor in hout. Tijdens het gistingsproces komen de tannine uit de druiven in de wijn. Als een wijn in houten vaten heeft gerijpt, kan het zijn dat de tannine ook verkregen zijn van het hout. Witte wijn bevat tien maal minder tannine dan rode wijn. Tannine is voor rode wijn wat zuurgraad is voor witte wijn.
TBA staat voor Trockenbeerenauslese. Dit is een Duitse term en verwijst naar een kwaliteitsklasse voor wijn. TBA wijnen worden gemaakt van druiven die zijn aangetast door de schimmel Botrytis Cinerea. Deze schimmel maakt de schil van de druiven vaak poreus. Hierdoor verdampt het water binnen in de druiven, waardoor deze verschrompelen tot een soort rozijnen. Deze druiven geven zeer zoete wijnen.
Frans, bodemsamenstelling. 'Terre' betekent grond of bodem. Staat voor het totaal van de directe omgeving van de druivenstok. Hieronder vallen bodem, microklimaat en de natuurlijke waterhuishouding.
Engelse term voor varietal wine ofwel cépage wijn.
Vatrijping is het proces van rijping van de wijn in een vat. Door de biochemische reacties wordt de wijn hierdoor steeds beter drinkbaar.
In wijntermen een aanduiding van het druivenras.
Vatgisting is een vinificatietechniek, waarbij de eerste vergisting in een houten vat plaatsvindt.
Dit betekent in het Frans: late oogst.
Vermouth is een versterkte witte of rode wijn. Deze wordt op smaak gebracht door kruiden, karamel en suiker. Vermouth komt voornamelijk voor in wijnstreek Piëmonte.
Een voorbeeld van versterkte wijnen zijn port of sherry. Hierbij wordt in een bepaalde fase van het bereiden van wijn alcohol toegevoegd.
Vieilles Vignes zijn in het Frans oude wijnstokken. Sommige zijn wel meer dan 80 jaar oud.
Dit is in het Frans vertaald: wijnbrouwer of druiventeler.
Frans voor een wijn die gemaakt is om te ouderen. Een zogenaamde bewaarwijn. Het potentieel van de wijn in de fles is groot.
Bleekroze wijn die ontstaat uit zeer kort contact met de schillen van de druiven. Ookwel blush wine genoemd.
Dit is een zoete wijn, gemaakt van gedroogde druiven.
Zoete sterke wijn die wordt gemaakt door alcohol aan de gistende most toe te voegen voordat de wijn volledig is vergist.
Dit is een Europese soort wijnstok van het geslacht Vitis-Viniferera.
Vinificatie is een ander woord voor wijnbereiding; de manier waarop wijn wordt gemaakt.
Vintage is de aanduiding van één enkel oogstjaar. Dit zie je vooral bij Port, Madreira en champagne.
Walsen is het ronddraaien van een glas wijn in de hand of op tafel. Op die manier komen aroma’s los.
Kristallen die als witgele kruimels op de bodem van de fles zichtbaar zijn. Teken van goede wijn, aangezien het gehalte aan het lekkere wijnsteenzuur hoog is geweest.
Ontstaat o.a. door (witte) wijn bij lage temperatuur te bewaren. Hierbij kristalliseert wijnsteenzuur uit door een verbinding met Kalium (mineraal) aan te gaan. Heeft geen invloed op de smaak, zoals depot dat bij rode wijn wel kan hebben (bitter).
De wangen trekken naar binnen, een stroef mondgevoel. Dit komt vooral voor bij jonge wijnen: De taninne zijn nog onrijp, naar mate de wijn ouder wordt kunnen deze tannine zachter worden.
De meeste wijnflessen hebben een ziel. Dit is de holte in de bodem van een fles. Deze is voornamelijk bedoeld voor de stevigheid van de bodem. O.a. voormousserende wijnen met een paar bar druk is dit belangrijk.
Smaakkenmerk van een wijn, doorgaans bij een restsuikergehalte vanaf 45 g/l restsuiker. Bij hogere zuurgehaltes kan een wijn meer suiker hebben voordat de wijn zoet overkomt.
Alle wijnen bevatten zuren en maar goed ook want dat geeft o.a. frisheid en balans. Een wijn kan vaste zuren hebben zoals appel, melk en wijnsteenzuur die voor structuur en balans zorgen. Ook kan er een beetje azijnzuur ontstaan, dit vluchtige zuur kan vooral in geur voor extra complexiteit zorgen, echter is een teveel van dit zuur slecht voor de wijn en ontstaat snel bederf! De vaste zuren zijn een belangrijke graadmeter voor de houdbaarheid van “witte” wijn.
Wijnen worden vaak zwaar genoemd als ze een hoog alcoholpercentage hebben.